Verhaal

Laurent-Perrier: kroniek van een champagnehuis

Afgaand op de volumes champagne die Laurent-Perrier in de markt zet kun je haast niet geloven dat het allemaal begon bij een voormalige kuiper. Die werd champagnehandelaar in Tours-sur-Marne, waar het champagnehuis nog altijd resideert. Trends Style was uitgenodigd voor een gesprek met Alexandra Pereyre de Nonancourt, in het naburige familiekasteel van Louvois nog wel.

Lees verder

 

Begin van de zomer, zonnig, erg warm en onderweg naar Laurier-Perrier, het huis bij uitstek elegante en frisse  champagne. Die dag kon niet meer stuk. Tijdens de gesprekken, eerst in het salon en later in de eetzaal van het kasteel, borrelde de geschiedenis van het champagnehuis op. Vooral de naam Bernard de Nonancourt viel geregeld, met veel respect en ontzag. Het werd snel duidelijk dat de man een belangrijke rol in de ontwikkeling van Laurent-Perrier had gespeeld. Na hem werden Alexandra Pereyre de Nonancourt en haar zus Stéphanie Meneux de Nonancourt eigenaars van het huis.

 

 

Hoe het begon

De geschiedenis van het champagnehuis Laurent-Perrier is niet bij Bernard de Nonancourt begonnen, maar bij André-Michel Pierlot, een voormalige kuiper en bottelaar uit Chigny-les-Roses in de buurt van Reims. Hij vestigde zich in 1812 in Tours-sur-Marne, iets meer zuidwaarts, als handelaar (négociant) van champagnewijnen. Een relatief eenvoudige stap – Frankrijk telt heel wat négociants – die nochtans zou leiden tot de uitbouw van een indrukwekkend champagne-imperium. Maar net zoals Rome, werd Laurent-Perrier niet in één dag gebouwd. Ook de namen Laurent, Perrier en de Nonancourt zouden pas later deel uitmaken van de historie van het champagnehuis.

De zoon van André-Michel Pierlot, Alphonse, volgde zijn vader op, maar had zelf bij zijn dood geen erfgenamen. Hij liet de handel in champagnewijn in 1881 na aan zijn gewaardeerde keldermeester Eugène Laurent, die de fundamenten legde voor de uitbouw van het champagnehuis. En hij gebruikte druiven van wijngaarden uit Bouzy, Tours-sur-Marne en Ambonnay ­ – rond die tijd was het huis bekend om zijn stille wijnen. Ook liet hij 800 meter koele kelderruimte graven, intussen fors uitgebreid tot vele kilometers. Zo verankerde Eugène Laurent het huis Laurent-Perrier in Tours-sur-Marne, een dorpje op het kruispunt van drie voorname gebieden in de champagnestreek: Montagne de Reims, Vallée de la Marne en Côte des Blancs.

 

 

Pientere weduwe

Nadat Eugène Laurent in 1887 bij een ongeval om het leven was gekomen, zette zijn weduwe Mathilde Emilie Perrier de zaak verder. Ze was toen 35 en wijzigde de naam van het bedrijf in Veuve Laurent-Perrier. Of ze voordien nauw bij de business was betrokken is niet bekend. Maar Mathilde Emilie ontpopte zich dankzij haar sterke persoonlijkheid en integere aanpak in elk geval als een bedrijfsleidster van formaat.

Ze hield de financiële kant van de zaak scherp in het oog en leidde het bedrijf door de aartsmoeilijke periode van de Eerste Wereldoorlog. Het partnerschap in 1920 met Sir Alexander Fletcher Keith McKenzie voor investeringen in de Britse markt, luidde de internationalisering van het merk Laurent-Perrier in. Vijf jaar later, in 1925, volgde Eugénie-Hortense Laurent haar moeder op. Maar ze kreeg het tijdens het interbellum economisch bijzonder hard te verduren.

 

 

Intrede familie de Nonancourt

Geteisterd door de zich opstapelende schulden verkocht Eugénie-Hortense Laurent het bedrijf in 1939 aan Marie-Louise de Nonancourt, geboren Lanson en tijdens de Eerste Wereldoorlog weduwe geworden. Ze wendde voor de aankoop, tegen de zin van haar familie, haar laatste centen aan, omdat ze haar kinderen, waaronder Bernard de Nonancourt, een toekomst wilde bieden. Tijdens het geweld van de Tweede Wereldoorlog, amper enkele jaren later, metselde de pientere dame de voorraad flessen weg achter muren in de kelders.

Haar zoon Maurice was voorbestemd om na de oorlog de zaak te runnen. Helaas werd hij als Frans verzetstrijder gedeporteerd en keerde hij niet terug. In 1945 begon zijn jongere broer en zelf ook gewezen verzetstrijder Bernard de Nonancourt op uitdrukkelijk verzoek van zijn moeder het vak te leren. Onder meer bij zijn grootvader Lanson, zowel in de wijngaarden, de kelders als de kantoren. Het devies van zijn grootmoeder luidde dat ‘als je geen werkman bent geweest, je nooit een goede baas kon worden’.

Dynamische vernieuwer

Bernard de Nonancourt ontwikkelde een passie voor champagne en leerde uiterst snel. Om zijn medewerkers doeltreffend te kunnen leiden en motiveren, voerde hij elke job die bij een champagnehuis hoort ook zelf uit. Nog typisch voor hem was zijn menselijke aanpak, weliswaar gekoppeld aan een sterke wil. Hij smeedde ook met de wijnbouwers, van wie hij druiven kocht, een menselijke band.

De business kreeg een niet eerder geziene boost. Vooral vanuit zijn drang om te innoveren, zonder nochtans afbreuk te doen aan de traditie en vooral aan de kwaliteit van de wijnmakerij. Hij streefde van meet af aan naar een fijne, frisse en elegante champagne. Achter elke beslissing die hij nam, ging een goed doordachte redenering schuil.

In oktober 1948 – hij was toen 28 – werd Bernard de Nonancourt  voorzitter van de raad van bestuur en CEO van het bedrijf. Op dat moment stelde Laurent-Perrier twintig mensen te werk en produceerde het amper 80.000 flessen champagne. Maar dat zou dankzij hem veranderen. In 1964 rondde het bedrijf de kaap van één miljoen flessen en intussen is Laurent-Perrier een van ’s werelds grootste producenten van champagne.

Liefde voor de chardonnay-druif

Bernard de Nonancourt koos bij zijn eerste assemblage resoluut voor de chardonnay-druif in plaats van alleen voor de gebruikelijke pinot noir. Samen met zijn eerste Chef de Cave Edouard Leclerc en diens opvolger Alain Terrier ontwikkelde hij de Grand Siècle (1959) de Cuvée Rosé (1968) en de Laurent-Perrier Ultra Brut (1981). Die laatste was al eerder onder de naam ‘Laurent-Perrier sans sucre’ door Mathilde Emilie Perrier gemaakt. Ze mikte daarmee op de markt over het Kanaal, maar geleidelijk geraakte die visie weer uit de mode. Andere verfijnde champagnes zouden volgen. Bernard de Nonancourt drukte tot zijn overlijden in 2010 – hij werd negentig – zijn stempel op het huis en creëerde de typische stijl van de champagne Laurent-Perrier.